Er zijn van die echte ‘vader en zoon’ dingen.
Dingen die het beste gaan als vader en zoon het samen doen. Bijvoorbeeld stoeien, kleine klusjes in huis opknappen, naar de bouwmarkt gaan of samen naar de MediaMarkt (of elke andere grote elektronica winkel met veel apparaten met knopjes.)
Nog zo’n ding wat het beste door vader en zoon samen beleeft wordt is voetbal. In veel gezinnen wordt hier door vader en zoon gezamenlijk naar gekeken, en tijdens de wedstrijd wordt hier uitgebreid commentaar op gegeven. Na de wedstrijd wordt deze nog uitgebreid nabesproken; wat waren de mooiste acties, wie scoorden het mooiste doelpunt en meer van dat soort belangrijke zaken. Wat hier vaak bij hoort is dat zoonlief zelf op voetbal zit, want hij moet de stiekeme droom van papa waarmaken om een sterspeler bij een topclub te worden. Dus staat papa op zaterdagochtend vroeg in weer en wind langs de lijn, en is hij niet te beroerd om het hele team te halen en te brengen naar de diverse wedstrijden door het hele land.
In veel gezinnen is voetbal daardoor een belangrijke pijler voor de band tussen vader en zoon, en deze band wordt vooral sterker tijdens de EK’s, WK’s en alle andere toernooien die de voetbalsport rijk is.
Mijn zoon zal het echter zonder deze band moeten doen.
Ik hou namelijk helemaal niet van voetbal. Ik denk dat dit komt omdat mijn vader er ook niet van houdt, en wij er vroeger thuis ook nooit naar keken.
Toevallig houdt geen van de Ja-papa papa’s van voetbal en werd er bij hun thuis ook nooit voetbal gekeken. Ik kan dus uit wetenschappelijk onderzoek onder een representatieve bevolkingsgroep concluderen dat de liefde voor voetbal iets is wat van vader op zoon wordt doorgegeven. En zo is dit dus, net zo als de liefde voor muziek, iets wat in de opvoeding een taak voor de vader is.
Mijn zoon zal het zonder moeten doen.
Maar hij zal mij dankbaar zijn, want zo houden we veel meer tijd over om te stoeien, of naar de MediaMarkt te gaan!