Het dochtertje van jouw nieuwe vriendin is iets ouder dan drie jaar als de periode aanbreekt waarin je zo vaak bij haar thuis bent, dat je ongemerkt een vaderfiguur bent geworden. Je krijgt ook vadergevoelens en vadergedachten: dat gejank daar boven aan de trap irriteert me! en: ik spoel haar door het toilet!
Maar nee, als jouw vriendin dan zegt dat ze eigenlijk alles wel heeft geprobeerd om het huilen om het niet willen slapen te stoppen, dan ga je – man als je bent – in oplossingen denken.
Ineens springen flarden in gedachten van die talloze keren dat je naar The Nanny keek, zonder te weten waarom, want je hebt geen kinderen. Sterker: je hebt geeneens een vriendin!
Je hoort Nanny fluisteren: bepaal je grenzen. Waarschuw driemaal, leg uit wat de consequenties zullen zijn. Wees consequent en hou het kind, maar ook jezelf aan de afspraken. De leeftijd van het kind is het aantal minuten op de strafplek.
Nou, en dan ga je het maar eens proberen, nietwaar? Je vriendin kijkt jou aan met de meest curieuze mengeling van gedachten en gevoelens die bestaat: benieuwd of het lukt, bij voorbaat al een glimlach want het gaat mislukken, de hoop dat het gaat lukken, blij dat iemand het eens over kan nemen en dat alles gehuld in de gedachte: o, wat is-ie lief.
En zowaar! Na een week consequent zijn was het gelukt! Het huilen was voorbij, en het dochtertje werd vijf jaar lang alsmaar consequenter in het luisteren naar wat mag, niet mag en wat wordt verwacht! Die Nanny toch, zou ze zelf weten dat ze geen onzin uitkraamt?
En dan… Dan krijg je met jouw inmiddels niet meer zo nieuwe vriendin zelf een kindje! Russian roulette: gaat deze hetzelfde pad bewandelen als de eerste? De helft van de genen zijn dezelfde immers!
Al in de eerste drie weken kom je erachter dat het kind totaal anders is. Je hebt er geen enkel omkijken naar. Ze eet, poept, slaapt, lacht, brabbelt en kruipt op de meest lieve en rimpelloze wijze! Dat geeft rust, zou je denken. Maar nee, eigenlijk is het erger! Want nu vraag je je continu af: wanneer begint het?
En dan is ze bijna twee jaar, dribbelt rond in huis, is vrolijk, zingt en babbelt en begint te laten merken dat ze heel goed doorheeft hoe het wereldje thuis in elkaar steekt. Zo jong als ze is krijg je ineens het idee dat ze jou bewust aan het testen is. De schrik slaat om het hart: het moment is daar. Ze gaat de grens opzoeken. Nanny, waar ben je!?
Je ontkomt er niet aan, je herhaalt de stappen, je hoopt dat het bij voorbaat afschrikt, maar nee: ineens betrap je jezelf erop dat je dat lieve kind waar je geen omkijken naar hebt nog voor haar tweede verjaardag in de hoek zet! Je ziet de dikke tranen biggelen in die bijna twee minuten dat ze daar totaal verloren en met hangende schouders staat. Om haar dan na anderhalve minuut met haar vingers ziet tekenen op de deur met diezelfde tranen.
Je denkt: oh oh, bij deze werkt het niet, ze is nu al vergeten waarom ze straf heeft!
Een half jaar later heeft dat ontzettend lief kind al vaker strafjes gehad dan haar zes jaar oudere zus in totaal. Je denkt: wanneer leert dat kind er nou eens van? Net op het moment dat je aan The Nanny begint te twijfelen valt ineens een kwartje bij het kind, draait ze zich om en vertelt ze doodleuk dat ze iets aan het doen is wat niet mag. Je verlaat jouw dagmijmeren en beseft dat ze inderdaad iets aan het doen is, wat niet mag. Nog voor je dat kunt beamen hoor je dreumeslief zeggen: Linde straf! En dan op luchtige toon: In de hoek! En ja hoor: hup, daar gaat ze. Ze zet zichzelf in de hoek.
Dit is het moment waarop ook het mannenbrein kortsluiting maakt. Zoveel gedachten die vechten om voorrang, je komt er niet uit. Vertedering, een verschrikte ‘nee joh, dat hoeft niet, zo erg was het niet’, maar ook een ‘ai… nu is het straffen een spelletje geworden en werkt het niet meer!’
Maar gelukkig. Nog geen week later plaag je jouw nog iets minder nieuwe vriendin en je hoort de jongste spruit ineens zeggen: papa is stout! Papa moet straf hebben! Kom maar papa!
Kordaat wordt je bij jouw hand gepakt en naar de hoek gedirigeerd. Op serieuze toon hoor je de helft van jouw genen zeggen: papa heeft straf, moet hier blijven.
Je kijkt om naar jouw vriendin en weer zie je die curieuze mix van gevoelens en gedachten bij haar. Maar uiteindelijk wint een triomfantelijke glimlach. En ook jijzelf kan een glimlach niet meer onderdrukken, ondanks dat je weet dat je nu 38 minuten lang tegen een deur aan moet kijken.
En bedankt, Nanny!
Reacties
Eén reactie op “Straf”
Goed van je, Tonny.
gr. Gerda.