Er zijn van die momenten in de opvoedkunde dat je denkt ‘wat ben ik toch goed bezig’. Vandaag had ik zo’n moment.
Ik ging mijn oudste dochter (bijna 8) naar bed brengen en loop achter haar aan de trap op. Er liggen allemaal spullen op de trap en het is de bedoeling dat iedereen die naar boven loopt iets meeneemt. Het systeem werkt nog niet helemaal. Maar de kunst van opvoeden is herhalen, herhalen, herhalen. Dus ik spreek mijn dochter aan: “Zou je niet ook iets mee naar boven nemen?”. Waarop mijn dochter reageert: “Nee, die spullen zijn niet van mij…”. In een helder moment bedenk ik me dat het belangrijk is dat mijn kinderen zich verantwoordelijk voelen voor het huis en niet alleen voor hun eigen spullen. Een beetje trots op deze toch wat eenvoudige ingeving vraag ik haar: “Is dit niet ook jouw huis?”. Waarop ik een zeer nonchalante reactie terug krijg: “Dat klopt, dit is ook mijn huis, dus als jij dat nou eventjes opruimt, blijft het lekker netjes hier.”
Tja, daar stond ik dan. Trots op haar adequate reactie, maar ook met mijn mond vol tanden. Voordat ik kon reageren was zij al boven en stond ik met de spullen in m’n handen..